Inleiding
Toen ik klein was vertelde mijn vader, Henk Bastiaans, wel eens over de oorlog. Over de concentratiekampen waarin hij had gezeten en over zijn broer Gerard, die door de nazi’s doodgeschoten was. Pas toen ik veel later zijn ‘kampendagboek’ had gelezen, kwamen er bij mij vragen. Waarom waren zij opgepakt? Wat betekende “Nacht und Nebel”? Waar had hij precies ondergedoken gezeten? Ook na mijn verhuizing naar Drenthe in 2005 bleef het mij bezighouden. In 2009 maakte ik een reis langs de kampen, waar mijn vader gevangengezeten had: Natzweiler (Vogezen), Dachau, Mauthausen, Melk en Ebensee. Dat was heel confronterend, maar ook heel mooi en indrukwekkend. Door toeval kwam ik korte tijd later in contact met familieleden, bij wie mijn vader en zijn broer in hun verzetsperiode ondergedoken hadden gezeten. En enkele jaren geleden werd ik benaderd door een oude vriend, die samen met mij en een neef onderzoek wilde doen naar het oorlogsverleden van mijn vader. Het mondde uit in ons boek “Wel gebogen, niet gebroken” (2019). Bij dit en verder onderzoek rond de Ordedienst (OD) en het 2e OD-proces kwam ik op het spoor van steeds meer interessante verbindingen tussen verzetsmensen en gebeurtenissen in Den Haag, in Drenthe en ook in Smilde.
Den Haag: het vroege verzet van Johan Nout en zijn vrienden [1]
Henk Bastiaans is 25 en werkt bij de PTT in Den Haag, als postbode, als de oorlog begint. Hij vindt het maar niets dat Nederland bezet is. Het liefst zou hij naar Engeland gaan, maar hij zou niet weten hoe. Dat geldt ook voor zijn broer Gerard, die 6 ½ jaar ouder is. Dan hoort Gerard van een vriend, Luc Honselaar (net als hij chauffeur) dat er meer mensen zijn die zich niet neerleggen bij de bezetting. Luc werkt in een garage van het Afwikkelingsbureau aan de Muzenstraat in Den Haag. Hij heeft gemerkt dat zijn personeelschef, Johan Nout, daar geheimzinnige dingen doet. Deze Johan Nout is militair. Hij heeft contact met andere militairen o.a. met overste Westerveld. Zij hebben een organisatie opgericht, de Ordedienst (OD), die chaos wil voorkomen en de orde wil handhaven op het moment dat Nederland bevrijd wordt door de Engelsen. Daarvoor hebben ze wapens nodig. Johan Nout houdt wapens achter die hij moet wegbrengen voor de Duitsers en ‘stelt die veilig’. Al snel raken naast Johans broer Albert Nout ook Luc Honselaar, Gerard en Henk Bastiaans en een zekere Bill Roeske betrokken bij de illegale werkzaamheden van Johan. Dit gaat een tijdlang goed. Maar dan komt de Abwehr erachter dan Johan wapens heeft opgeslagen in het hoofdbureau van de politie in Wassenaar, bij inspecteur Fogteloo, die net als hij actief is in het verzet. Johan en Fogteloo worden in april resp. op 7 mei 1941 gearresteerd en komen terecht in het “Oranjehotel” (de gevangenis) in Scheveningen.
De arrestatiegolf en het 1e OD-proces
Al snel is duidelijk dat de OD wel op militaire leest geschoeid is, maar zo lek is als een mandje; dit net als andere vroege verzetsorganisaties, zoals de Geuzen en de Oranjewacht. Er is geen ervaring met verzet; in het algemeen is men erg naïef en niet bedacht op verraad en tegenmaatregelen. En ook al profileert de OD zich niet als een organisatie die al tijdens de bezetting actief verzet pleegt, de nazi’s houden hen scherp in de gaten en vertrouwen het niet. Op 3 april wordt overste Westerveld gearresteerd en vele arrestaties van OD-leden volgen in de maanden daarna. Ook de opvolger van Westerveld, lt. kol. Versteegh, wordt uiteindelijk op 12 september 1941 opgepakt. De OD stort voor de eerste keer in elkaar …
Drenthe
Vanuit het Algemeen Hoofdkwartier (AHK) van de OD in Den Haag wordt al snel, in 1940, geprobeerd overal in het land afdelingen (gewesten) op te richten met daaronder districten. Zo ook in Drenthe, in Assen. Daar is kap. Johannes van Haarst al in 1940 de eerste commandant van het gewest Drenthe. Van Haarst richt ook de eerste Drentse KP (knokploeg) op. In Drenthe lijkt er van het begin af aan meer samenwerking dan concurrentie te zijn tussen de verschillende groepen die actief zijn in het verzet. Dit in grote tegenstelling tot in Den Haag en in veel andere delen van het land. Ook de OD in Drenthe krijgt echter al in deze eerste verzetsperiode te maken met arrestaties. Van Haarst wordt gearresteerd op 20 april 1941. Hij wordt, net als veel OD’ers, afgevoerd naar het Oranjehotel in Scheveningen.
Smilde [2]
In juli 1940 komt de Smildeger Nathan van Dam in contact met kap. Van Haarst. Van Haarst is ook in Smilde een zeer gerespecteerd man, die als voorzitter van de Drentse voetbalbond het voetbalveld van Kyllot had geopend. Hij begint in augustus 1940 met het organiseren van de OD in Smilde. Naast Nathan van Dam sluiten ook Jan Ludwig, Bertus Hoogeveen, Jan Boer, Jan Oosterwijk, Jan Bernier Homan, Hendrik Richters en Hendrik Eleveld zich aan.
Deze groep houdt ook zich bezig met sabotage en waar mogelijk met het helpen van Joodse mensen aan onderduikadressen. Na de arrestatie van Van Haarst valt de groep uiteen, maar de mannen blijven wel actief in het verzet. Nathan van Dam vertrekt naar Rotterdam. Hij overleeft als enige Joodse inwoner van Smilde de oorlog. De overige Smildeger OD’ers worden pas veel later gearresteerd, in de periode september 1942 – januari 1943. Op hen kom ik later in dit artikel terug.
Het 1e OD proces en Van Haarst
In april 1942 vindt in kamp Amersfoort het 1e OD proces plaats, waarbij 72 man, onder wie Johan Nout, ter dood worden veroordeeld en op 3 mei 1942 gefusilleerd worden in Sachsenhausen. Van 7 anderen wordt de doodstraf veranderd in levenslang, onder hen inspecteur Fogteloo uit Wassenaar. Naast dit proces met allemaal ‘Todeskandidaten’ worden vele andere OD-leden elders berecht (bv. in Maastricht) en/of zonder proces naar Duitsland afgevoerd; onder hen Johannes van Haarst [3]. Hij wordt weggevoerd naar Neuengamme en overlijdt daar op 13 december 1942.
kamp Amersfoort
Den Haag na de arrestatiegolf van 1941; aanslag in Haarlem
In Den Haag likt de OD zijn wonden. Jhr. Schimmelpenninck neemt de leiding op zich, met Tibo, Velu en Kolff als adjudanten en op de achtergrond nog steeds jhr. Roëll. In de zomer van 1941 komt een fusie tot stand met het legioen Oud-Frontstrijders (LOF); daarbij neemt de OD de actievere houding van het LOF (daadwerkelijk verzet plegen) over. In de zomer van 1941 sluit kap. Christiaan van den Berg zich aan bij de OD. Hij krijgt tot taak om kleine verzetsgroepjes te vormen en dergelijke bestaande groepjes aan te laten sluiten bij de OD. Ook wordt hij inlichtingenofficier van de OD. Kap. Van den Berg ontmoet in de trein een zekere Ruud (‘Velo’) Bierman, die in Hooghalen bij de Arbeidsdienst zit. Het bevalt hem daar niet meer en hij laat zich door Van den Berg overhalen om naar Den Haag te komen.
Het groepje rond de broers Bastiaans heeft zijn activiteiten voortgezet, ondanks de arrestatie van Johan Nout. Zij krijgen opdracht vanuit het verzetsnetwerk van Sjoerd Nauta en Frits van der Schrieck, nauw verbonden met de OD, om een infiltrant te liquideren. Deze ‘vertrouwensman’ van de Duitsers (‘V-Mann’), Gé Stellbrink, heeft al veel verzetsmensen verraden en moet worden uitgeschakeld om verdere ellende te voorkomen. Albert Nout, Gerard Bastiaans, Bill Roeske en enkele anderen plegen op 14 oktober 1941 in Haarlem aan de Slotersingel een aanslag op deze Stellbrink, die in gezelschap is van twee andere mannen. De aanslag mislukt; Stellbrink raakt gewond maar herstelt, één van zijn compagnons overlijdt. De daders weten te ontsnappen, al zijn twee van hen gewond. Stellbrink is na dit gebeuren wel zijn dekmantel in het westen kwijt en wordt overgeplaatst naar Limburg; daar gaat hij verder met zijn verraderswerk. Gevolg: in het zgn. ‘Hannibalspiel’ dat zich daar ontwikkelt, worden de verzetsgroep van Nicolaas Erkens en twee andere groepen in het Limburgse grensgebied opgerold, met vele tientallen arrestaties en doodstraffen als gevolg.
Drenthe, de liquidatie bij Schipborg [4]
“Schipborg, donderdag 6 augustus 1942:
In de vroege middag lokken verzetsstrijders Cornelis Spaans en Hendrikus van Dongen een man diep het Strubben-Kniphorstbos in. Ze brengen hem naar de plek waar een groot gat in de grond is gegraven. De mannen van verzetsgroep dr. J. Rotte in Groningen hebben geen genade: Izak Daane is een SD dubbel-agent en moet geliquideerd worden. Het is Johannes Hovenkamp die eerder op de dag het gat in de grond graaft. Met zijn vrouw Petronella van Beusekom woont hij enkele honderden meters verderop, te Schipborg B 73 (nu Holle Drift). Hovenkamp is ook lid van de verzetsgroep van Rotte, specifiek van Knokploeg I. Ze spioneren en bieden hulp aan Joodse onderduikers.”
De opdracht voor deze liquidatie hebben de mannen gekregen van Laurens Melse. Hij regelt de ontsnapping van Joden via de Van Niftrick-route, opgezet door Frits van der Schrieck, die eerder de opdracht gaf voor de aanslag in Haarlem. De mannen van Van der Schrieck hebben ontdekt, dat Izaäk Anthonie Daane deze ontsnappingsweg verraden heeft. Langs deze route zijn in de afgelopen twee jaar veel mensen via Putten (op de grens van Nederland en België) en Frankijk ontsnapt naar Engeland. Ook veel informatie van o.a. het AHK van de OD is zo naar Londen doorgespeeld, o.a. door kap. Somer (van de ID van Van Hattem) en via Lou Kist uit de groep Nauta/Van der Schrieck. [5]
Nadat zij Daane doodgeschoten hebben, vluchten Spaans en Van Dongen op door Petronella klaargezette fietsen naar het station in Assen en vandaar met de trein naar Den Haag. “Terwijl ze in de trein zitten, stormen de Duitsers de woning van Hovenkamp binnen. De SD’ers hebben het lichaam van Daane al gevonden, inclusief aantekeningenboekje met een lijstje met namen. Ook Hovenkamp staat ertussen. Een cruciale fout van de verzetsmannen, die vergeten zijn te controleren of Daane belastend materiaal bij zich droeg.” Hovenkamp wordt via het Huis van Bewaring in Assen afgevoerd naar het Scholtenshuis in Groningen. Petronella wordt verhoord, ‘weet van niets’ en wordt vrijgelaten. In de nacht van 6/7 augustus worden Spaans en Van Dongen opgepakt in het huis van Van Dongen in Scheveningen en in het Oranjehotel daar opgesloten.
De prijs voor de liquidaties
Voor alle verzetsmannen van de aanslag in Haarlem en de liquidatie bij de Schipborg loopt het slecht af. Albert Nout, Gerard Bastiaans, Bill Roeske, Dick Groeneveld, bij de aanslag betrokken via Van der Schrieck, en een ander lid van hun groepje, Hans Smits, worden later toch opgepakt (zie verder in dit artikel, 2e arrestatiegolf OD). Zij worden na een proces in Utrecht, in december 1942, op 5 februari 1943 gefusilleerd op de Leusderheide vlakbij Kamp Amersfoort. Henri Drenth, die een auto regelde voor deze aanslag in Haarlem, was op dat moment ziek. Hij wordt samen met de daders van de liquidatie bij Schipborg (Hovenkamp, Van Dongen en Spaans), en met Laurens Melse, Lou Kist en twee andere leden van de groep van Van der Schrieck, op 24 juni 1943 eveneens op de Leusderheide gefusilleerd.
Kap. van den Berg in Den Haag en de wapendropping in Hooghalen
Al vóór de aanslag in Haarlem is kap. Van den Berg in Den Haag binnen de OD actief geworden. Hij werkt samen met een aantal mensen, die informatie verzamelen. Naast Ruud Bierman, die uit Hooghalen was overgekomen, zijn o.a. de eerdergenoemde Henk Bastiaans en Luc Honselaar hierbij betrokken. Van den Berg komt eind december 1941 in contact met OD-lid Walter Teller, die in zijn huis Fahrenheitstraat 678 in Den Haag onderdak verleent aan SOE-agent (de Engelse Special Operations Executive) Huub Lauwers. Lauwers is samen met een andere SOE-agent, Thijs Taconis, op 6 november 1941 gedropt op het Stegerveld bij Ommen. Via Lauwers en Taconis krijgt Van den Berg opdracht uit London, om sabotageploegjes samen te stellen en om locaties te zoeken voor wapendroppingen.
Hooghalen locatie wapendropping
Bierman wijst hem op een geschikte locatie in Hooghalen; samen verkennen ze het terrein bij ‘Het Paradijs’, bereiden ze alles voor en geven ze de exacte coördinaten van de locatie door aan Londen. Bierman heeft enkele mannen uit Kamp Hooghalen bereid gevonden om te helpen met het bergen van de wapens en explosieven: Corstiaan van der Vossen en Johannes (‘Joep’) Schols. Anne de Vries, bakker Walles en boer Eggink in Hooghalen zijn op de hoogte; de twee laatste fungeren als logeeradres voor de ‘Hagenaars’.
In de nacht van 26/27 februari 1942 is het zover; Van den Berg en Bierman rijden met Lauwers naar Hooghalen. Uit Londen hebben ze de tijd doorgekregen: 01 uur ‘s nachts. Er wordt inderdaad een container met wapens gedropt en samen met Schols en Van der Vossen slagen ze erin de container te bergen. Bierman blijft nog enkele dagen in Hooghalen; daar is de dag na de dropping ook George Ridderhof aangekomen, een andere medewerker van Van den Berg, om de wapens op te halen en te zoeken naar een 2e container. Enkele dagen later vertrekken zij naar Den Haag. Anne de Vries en Walles zorgen ervoor dat achtergebleven belastend materiaal zoals lampen en pistolen wordt weggewerkt. [6]
De 2e arrestatiegolf binnen de OD
Deze Ridderhof heeft het volle vertrouwen van Van den Berg en is van alles op de hoogte. Van den Berg weet niet dat Ridderhof in werkelijkheid een V-Mann is … Via Ridderhof is Giskes, hoofd van de Abwehr, van alles op de hoogte. Door enkele eerdere arrestaties en de infiltranten binnen de OD had hij al een en ander ontdekt. Nu heeft hij voldoende zekerheid over de plannen, de agenten en het zendadres in Den Haag om in te grijpen. Enkele dagen later komt een grote arrestatiegolf op gang in Den Haag en ook elders. Op 6 maart worden in Den Haag Louwers en Teller opgepakt op het zendadres, op 7 maart Van den Berg en Bierman; op 11 maart Schols en Van der Vossen in Hooghalen.
Ruud ‘Velo’ Bierman
Gerard en Henk Bastiaans worden op 30 maart in hun ouderlijk huis gearresteerd, samen met hun vriend Luc Honselaar. En vele arrestaties van OD-mensen volgen, in en rond Den Haag, maar ook elders in het land. De OD-leiding, gewestelijk commandanten, alle betrokkenen bij de aanslag in Haarlem, alle mensen uit de groep van Van den Berg en rond Frits van der Schrieck, enz.
“Englandspiel”
Met de wapendropping in Hooghalen en al deze arrestaties, in het bijzonder die van de agenten Lauwers en Taconis, begint het zgn. “Englandspiel”. Daarover is heel veel gespeculeerd en geschreven; nog steeds, anno 2022, is niet alles duidelijk. Wel staat vast dat Lauwers in opdracht van de Duitsers de zendverbinding met Engeland in stand gehouden heeft. Hij liet bewust de tussen Londen en de agenten afgesproken ‘security-check’ weg, zodat de S.O.E. in London zou weten dat er iets fout zat. Of dit daar ook gezien en onderkend is, blijft onduidelijk. In ieder geval zijn in de periode van maart 1942 tot eind mei 1943 meer dan 50 gedropte agenten direct na hun landing. gearresteerd. Vrijwel allen werden zij op 6 of 7 september 1944 in Kamp Mauthausen vermoord.
Drenthe, 2e OD
In Drenthe is Jurriaan Boiten, ijzerhandelaar in Assen, daar in 1942 druk bezig om de gewestelijke organisatie weer op te zetten. Hij schakelt hiervoor Reinder Bovenhuis en Josephus Philipsen in, die ook in Assen wonen. Reinder Boverhuis kent een zekere Abraham Jacobson, drukker in Overveen (N.H.); deze is gevlucht om aan de Jodenvervolging te ontkomen en zit ondergedoken in de Drentse bossen, bij Norg [7]. Na een gesprek tussen deze vier mannen is Jacobson, na wat aanvankelijke bedenkingen, in juli 1942 bereid om de post van gewestelijk commandant van de O.D. Drenthe op zich te nemen. Het loopt echter anders. Diezelfde maand grijpt de SD (Sicherheitsdienst) in; waarschijnlijk (mede) als gevolg van verraad in Alkmaar [8], waarmee contacten vanuit Assen waren. Op 14 juli worden Boiten, Boverhuis en Jacobson gearresteerd, drie dagen later Philipsen.
Het 2e OD Proces; samen in Haaren
Deze vier mannen van de OD in Assen worden naar het Oranjehotel in Scheveningen gebracht, waar ook al veel andere OD’ers zitten; onder hen de mannen uit Hooghalen (Bierman, Schols en Van der Vossen). Later dat jaar, als de verhoren zijn afgerond, worden zij allen naar Kamp Amersfoort gevoerd. Omdat Kamp Amersfoort verbouwd en uitgebreid moet worden, gaan zij in januari 1943 op transport naar het nieuwe kamp in Vught. De omstandigheden zijn er erbarmelijk, zowel in Amersfoort als in Vught. In maart vertrekken de mannen allemaal naar het Groot-Seminarie in Haaren voor het 2e OD-proces (15 maart – 27 april), waarin zij terechtstaan.
Daar in het Groot-Seminarie van Haaren heeft vanaf 19 juli 1940 een Smildeger gezeten als één van de ‘Indische gijzelaars’: bestuursambtenaar Roelof van Dijk. Zij zijn medio mei 1942 overgeplaatst naar het Klein-Seminarie St. Michielgestel; in de periode daarna werden in Haaren de agenten
van het ‘Englandspiel’ gevangengezet; die zitten er dus terwijl het OD-proces daar plaatsvindt[9]. Eind februari 1943 wordt Van Dijk overigens ‘plotseling om gezondheidsredenen vrijgelaten’ (zie noot 2).
Van de 100 ‘Todeskandidaten’ voor dit 2e OD-proces zijn er inmiddels al 5 door de ontberingen gestorven, enkele anderen kunnen door ziekte niet aanwezig zijn. Van de gedaagden worden er 21 ter dood veroordeeld; later wordt dit bij vier van hen (Roëll, Tibo, Velu en Kolff) omgezet in levenslang. De 17 andere ter dood veroordeelden, o.a. jhr. Schimmelpenninck en kap. Chr. van den Berg, worden op 29 juli 1943 gefusilleerd op de Leusderheide. De overigen, incl. Bierman, Van der Vossen en Schols uit Hooghalen, de Assenaren Boiten, Boverhuis, Philipsen samen met Jacobson, en Henk Bastiaans (mijn vader) en Luc Honselaar, worden allen ‘abgetrennt’. Zij worden als ‘Nacht- und Nebelgevangenen’ (N&N) eind oktober 1943 via Amersfoort afgevoerd naar Natzweiler en later naar andere concentratiekampen in Duitsland en Oostenrijk. Voor de buitenwereld waren zij dood, er was geen enkel contact met hen meer mogelijk. Veertig van de honderd mannen uit dit 2e OD-proces overleven de oorlog. Onder hen: Henk Bastiaans en Luc Honselaar, Bierman, Schols en Van der Vossen, en ook Boverhuis en Jacobsen. De laatste op opmerkelijke wijze, ondanks dat hij Jood was. Hij werd als deskundige geselecteerd voor het ‘valsemunterscommando’ in Sachsenhausen … [10]. Joep Schols bleef in Kamp Amersfoort als ‘Kamphaftlung’; hij was daar achtereenvolgens kok, werkzaam op de administratie en later zelfs (door de gevangenen gerespecteerd) kampoudste.
Smildegers en Hagenaars op transport en in de kampen [11]
De Smildeger Jan Ludwig, actief in de OD onder Van Haarst in het begin van de oorlog, wordt in september 1942 opgepakt en na één nacht in het Huis van Bewaring in Assen naar het Oranjehotel overgebracht. Zijn verzetsactiviteiten zouden, omdat hij in contact had gestaan met OD’ers die betrokken waren bij het Englandspiel, door de nazi’s als een zeer zware misdaad zijn gezien (zie noot 2). Jan gaat eind oktober 1942 naar Kamp Amersfoort en vandaar (voor zover bekend zonder proces) op 26/27 oktober 1943 naar het N&N-kamp Natzweiler in de Elzas, met de ‘Abgetrennten’ van het 2e OD-proces. Bij de evacuatie van Natzweiler (ten gevolge van de invasie in Normandië) worden zij allen rond 6 september 1944 naar Dachau getransporteerd.
‘Dodentrap’ Mauthausen
Vanuit Dachau worden de N&N-gevangenen verspreid over diverse andere kampen. Jan Ludwig gaat op transport naar Mauthausen, samen met o.a. de Hagenaars Henk Bastiaans en Luc Honselaar. Daar arriveren ze op 14 september. Mauthausen is één van de ergste kampen, berucht door de ‘dodentrap’. Henk Bastiaans wordt begin oktober 1944 naar Melk (bij Wenen) getransporteerd met 16 andere van de 23 Nederlanders die in Mauthausen zitten, om daar in de mijnen te gaan werken. Zij denken daar een grotere overlevingskans te hebben dan in Mauthausen. Jan Ludwig blijft nog in Mauthausen en komt twee maanden later, op 5 december, ook in Melk aan. Een verschrikkelijk kamp, aan de voet van een prachtig klooster aan de Donau. Jan overlijdt in Melk op 4 maart 1945, net als vele anderen niet meer bestand tegen alle ontberingen, mishandelingen, honger en ziektes. Henk Bastiaans weet bij de evacuatie van Kamp Melk in april 1945 de ‘dodenmars’ naar Kamp Ebensee te overleven en wordt daar op 5 mei 1945, meer dood dan levend, bevrijd. Ook zijn vriend Luc Honselaar overleeft de kampen.
Zicht op klooster Melk vanuit het kamp
Net als Ludwig wordt ook Bertus Hoogeveen in september 1942 opgepakt. Via Kamp Erica komt hij medio augustus 1943 in Kamp Vugt terecht en op 6 september 1944 in Kamp Neuengamme, bij Sachsenhausen. Hij overlijdt in Sachsenhausen/Neuengamme, waarschijnlijk later in oktober 1944.
De andere Smildeger OD’ers van Van Haarst: Jan Boer, Jan Oosterwijk, Jan Bernier Homan, Hendrik Richters en Hendrik Eleveld, worden in januari 1943 gearresteerd. Ook over hun proces is niets bekend. Van 11 maart 1943 tot 22 november 1943 zitten zij in het “Oranjehotel”. Vandaar worden ze overgebracht naar Vught; Richters arriveert daar op 23 september, de ander vier 2 maanden later. Zij gaan alle vijf op 24 mei 1944 op transport naar Dachau (inschrijving 26 mei 1944).
In de periode dat zij in Dachau zitten, verblijft ook Jan Ludwig (samen met Henk Bastiaans en Luc Honselaar) daar korte tijd, in de 2e week van september 1944. Dachau is een heel groot kamp; waarschijnlijk zien of spreken de andere Smildegers Ludwig daar niet. Het is ook heel goed mogelijk dat zij op dat moment tijdelijk elders verblijven, in een satellietkamp van Dachau. Van Jan Boer staat bv. vast, dat hij op 20 of 24 juli getransporteerd wordt vanuit Allach (dichtbij Dachau) naar Kamp Markirch, een nevenkamp van het ‘N&N-kamp’ Natzweiler. En op 21 januari 1945 zit hij in Trostberg, ca. 120 km ten oosten van Dachau. Jan Boer maakt de bevrijding van Dachau op 29 april 1945 mee, maar overlijdt korte tijd later, op 19 juni. Jan Oosterwijk overlijdt in of bij Dachau op 1 februari, door tyfus en/of uitputting. Homan, Richters en Hendrik Eleveld keren na de bevrijding van Dachau terug naar Nederland.
Onderduiken en eten halen in Drenthe en Willemsoord
Henk en Gerard Bastiaans hebben in bepaalde periodes ondergedoken gezeten, o.a. bij familie in het noorden van het land. Beiden zaten bv. op de boerderij van hun neef Kobus Bastiaans in De Pol bij Willemsoord. Drie van de kinderen van dit gezin, Greetje, Leida en Bas, herinneren zich dat nog wel. Gerard zat daar een groot deel van de winter 1941/1942, na de aanslag in Haarlem.
Henk was ook een tijdje ondergedoken bij zijn oom Bart Bastiaans, op een boerderij aan de Kon. Wilhelminalaan In Willemsoord. Toen Henk gevangen zat in Vught, vóór het OD-proces, kreeg hij een van deze oom Bart een pakket met daarin een groot roggebrood van 4 pond, een pak boter en worst. Hij was daar erg blij mee en vroeg in een brief aan zijn ouders om oom Bart te bedanken.
Niet alleen in de kampen heerste honger (in de concentratiekampen was de situatie aan het eind van de oorlog echt onmenselijk; Henk woog ca. 30 kg toen hij in Ebensee werd bevrijd), maar ook in het westen van Nederland. Verschillende leden van de familie Bastiaans in Den Haag fietsten in de ‘Hongerwinter’ naar familie in Willemsoord en Fredriksoord, om daar eten te halen en om op krachten te komen. Soms om onder te duiken … zoals Henks zwager Frans, die in Duitsland moest werken; hij hoorde tijdens zijn verlof dat zijn vrouw Tilly in verwachting was en wilde toen niet terug naar Duitsland; hij dook onder op de boerderij van Kobus in De Pol.
Na de bevrijding werd Henk Bastiaans eerst door het Franse Rode Kruis naar een ziekenhuis in Frankrijk gebracht, waar hij herstelde. Op 29 juni 1945 arriveerde hij in Den Haag bij zijn ouders. Die zomer keerde hij nog even terug naar de boerderij van neef Kobus in Willemsoord, om aan te sterken. Kobus’ zoon Bas, destijds een jaar of 10, herinnert zich nog heel goed hoe Henk met lege ogen voor zich uit zat te staren … De kinderen hadden opdracht gekregen hem met rust te laten; ‘hij is heel erg ziek’, zei hun moeder. Nog die zomer begon Henk zijn herinneringen op papier te zetten in een dagboek over de kampen. Therapeutisch, om het van zich af te schrijven. Het dagboek was voor hem min of meer een afsluiting van een verschrikkelijke lijdensweg; voor mij was dit het begin van een zoektocht.
Henk Bastiaans weer thuis, juli 1945
[1] “Wel gebogen, niet gebroken”, 2019, H.L. Bastiaans, Th. V. Bemmel, C. de Mari en B. Hoogeveen-Bastiaans; aangevuld met eigen onderzoek van openbare bronnen o.a. Oorlogsbronnen.nl, Arolsen Archives, wiardibeckman.com, processtukken 2e OD-proces, boeken, andere documenten en websites. Enkele specifieke bronnen worden in voetnoten bij de desbetreffende stukken tekst genoemd.
[2] Levend Verleden jaargang 17, nr. 1 april 2020: “Smilde tijdens de Tweede Wereldoorlog”, Ger Ax (Hist. Vereniging ‘De Smilde’)
[3] “IM 314 verzetslieden van de OD”; daarin verschillende lijsten, o.a. lijst D, waar Van Haarst op staat.
[4] “Het vergeten verhaal van een verzetsheld uit Schipborg” door Bert Staats, 2018
[5] De onzichtbare musketier, Fam. Van der Schrieck, 2018 (Uitgeverij Prominent)
[6] Gemeente Beilen 1940-1945, deel 3. (Hist. Vereniging Gemeente Beilen) en: Processtukken 2e OD-proces
[7] Processtukken 2e OD-proces en: Neuengamme Bulletin, maart 2013: “De ondergrondse in ’t veen”, deel 1, Henriëtte van Dijk, p. 23/24
[8] Het Vrije Volk, 13 maart 1948, artikel: “Brüne, illegaal werker van formaat” e.a. bronnen
[9] “Een oord van bang wachten:; kamp Haaren 1941-1944”, Peter Bak, 2018
[10] Informatie Diete Oudesluijs over Sachsenhausen
[11] Arolsen Archives en oorlogsbronnen.nl